Ads Header

maandag 25 april 2011

- SOURCE CODE: Entertainende rit ★★★


Als posters alles over een film zouden zeggen – en vaak is dat het geval – dan hadden wij Source Code links laten liggen. Die poster – Jake Gyllenhaal, rennend, strak in het pak, revolver in aanslag – doet immers vermoeden dat Source Code een nieuwe actiefilm is, van het genre waarin er al veel te veel zijn gemaakt. We denken zelfs dat als we de naam ‘Jake Gyllenhaal’ zouden uitwissen en er ‘Tom Cruise’ van maakten, de titel spontaan zou veranderen in ‘Mission Impossible 4’. Source Code focust echter meer op sciencefiction dan op pure actie, waardoor wij toch geprikkeld werden en zelfs met hoge verwachtingen naar de nieuwe prent van Duncan Jones (Baby Bowie en regisseur van Moon) gingen kijken.

Die hoge verwachtingen werden echter vooral gecreëerd door de enthousiaste kritieken die de film ten dele vielen. Vergelijkingen met Inception – waarvan wel eens wordt beweerd dat die film aan de basis ligt van andere recente sci-fiprenten als Limitless en The Adjustment Bureau – waren niet van de lucht. Duncan Jones werd in Humo zelfs prompt gebombardeerd tot ‘één van de meest talentrijke regisseurs van onze tijd’ (http://www.humo.be/tws/film-reviews/7089/duncan-jones-source-code.html). Wij hebben Moon nooit gezien, maar sta ons toe uw enthousiasme toch even te temperen door te zeggen dat zulke complimenten alvast onder de categorie ‘overdrijvingen’ geklasseerd mogen worden.

Waarmee we ook niet willen zeggen dat Source Code een slechte film is. Het verhaal over een Amerikaanse soldaat – Gyllenhaals beste rol sinds Zodiac – die totaal verdwaasd en in een ander lichaam wakker wordt en zich in een trein bevindt die acht minuten later het doelwit wordt van een terroristische aanslag, is razend entertainend en zit bijzonder intelligent in elkaar. Samen met Gyllenhaals personage Colter Stevens ontdekken we dat het verhaal zich grotendeels in de ‘source code’ (de Nederlandse vertaling ‘broncode’ klinkt een pak minder blits) afspeelt: de bedenker van deze code (Jeffrey Wright) legt uit dat het gaat om de laatste acht minuten die één van de slachtoffers van de aanslag heeft meegemaakt. Stevens’ begeleider Goodwin (u herkent Vera Farmiga uit The Departed en Up In The Air) stuurt hem telkens opnieuw voor acht minuten naar deze schijnrealiteit, opdat hij de identiteit van de terrorist achterhaalt, zodat in de echte realiteit kan worden verhinderd dat deze een tweede aanslag kan plegen. Meer kan er niet gedaan worden: aangezien het niet om de echte realiteit gaat, kan de ramp niet meer verhinderd worden, hoezeer Stevens dit ook wil.

Duncan Jones en scenarist Ben Ripley gunnen de kijker geen moment rust. Keer op keer word je samen met Colter Stevens terug naar die schijnwerkelijkheid gestuurd, zonder noemenswaardige adempauze; de flauwe grappenmaker in ons zou Source Code zelfs gerust een daverende treinrit durven noemen. Het uitgangspunt is gelukkig opwindend genoeg, waardoor je je als kijker ook elke keer weer naar die laatste acht minuten laat meenemen, en af en toe toont ook de regisseur dat hij een aardig potje kan filmen, met het adembenemende freeze shot als hoogtepunt. Jammer genoeg eindigt de film op een nogal valse noot: een overbodige voice-over (wat ook het geval was bij The Adjustment Bureau), een gebeurtenis waarvan de mogelijkheid niet verklaard wordt (dat klinkt nogal vaag, dat weten we, maar we willen niet te veel verklappen), en een shot van Gyllenhaals bovenste helft dat eigenlijk weinig ter zake  doet en er vooral nogal goedkoop uitziet.
Bovendien is het personage van Jake Gyllenhaal het enige dat deftig wordt uitgewerkt en dus het enige personage dat kan boeien, onder andere door een kleine, maar interessante subplot betreffende de vader van Colter Stevens. De rol van Vera Farmiga is nogal grijs en eerder vervelend, ook al probeert men haar het laatste kwartier alsnog meer diepte te geven – een poging die nogal voorspelbaar uitdraait. Verder is er nog de uitvinder van het hele source code-principe: hem een karikatuur noemen zou overdreven zijn, maar zijn personage valt aan het einde van de film wel te herleiden tot een wetenschapper die al bij al meer in duiten geïnteresseerd is dan in ethische principes. Enkel het personage van Michelle Monaghan – als de medepassagier van Colter Stevens' alter ego – werkt niet echt op de zenuwen.

Daaraan moeten we ook nog toevoegen dat we al veel betere sciencefictionfilms hebben gezien, die met minder middelen een meer beklijvende ervaring teweegbrengen. Wij denken dan vooral aan Alejandro Amenábars Abre Los Ojos en nog veel meer aan Richard Kelly’s meesterwerk Donnie Darko, zijn doorbraakfilm. Zelfs een blockbuster als Inception is in wezen veel meer ‘basic’ dan Source Code: Inception had geen behoefte aan cabines vol computers en een hoop blauwe lichtjes om Leo DiCaprio naar een volgende droomwereld te sturen. De settings van Source Code hadden wij al te vaak eerder gezien en legden zo de gebreken van de film bloot.
Het lijkt ons dan ook zwaar overdreven om Source Code meteen met het etiket van topfilm te bestempelen, want daarvoor hebben we al te veel échte topfilms gezien - bekijkt u de drie bovengenoemde films maar eens. Het zou ons verbazen mocht deze film ons over een jaar nog zijn bijgebleven; wij beschouwen Source Code dan ook vooral als een entertainende rit, en niet veel meer.

Ons oordeel: ★★★

Source Code / VS-Frankrijk 2011 / Regie: Duncan Jones / Scenario: Ben Ripley / Met: Jake Gyllenhaal, Michelle Monaghan, Vera Farmiga, Jeffrey Wright e.a. / 93 min.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

WEERGAVEN