Ads Header

maandag 2 mei 2011

- RIO: Veel gekakel, weinig pluimen ★★


Vraag aan iemand de eerste vijf zaken die bij hem opkomen wanneer je ‘Rio de Janeiro’ zegt, en 90% antwoordt (in willekeurige volgorde): carnaval, voetbal, samba, favela’s (indien dit u niets zegt, bekijk als de bliksem Cidade de Deus) en Cristo Redentor (het gigantische Christusbeeld, en tevens één van de zeven ‘moderne’ wereldwonderen). Dat iemand de titel van de nieuwste film van Carlos Saldanha, de grote man achter de drie Ice Age-films, zou noemen, zou ons ten zeerste verbazen, want Rio heeft, alle pluimen ten spijt, bijzonder weinig om het lijf.

Nochtans konden wij de Ice Age-films wel smaken. Daarmee bedoelen we dat wij vooral de eerste film – waarbij Saldanha co-regisseur was van Chris Wedge – alleraardigst vonden, en ook de tweede, met ditmaal Saldanha als regisseur, viel, op enkele scènes na (de miniluiaards waren totaal overbodig en een te makkelijke bron voor flauwe humor) best te pruimen; de trailer voor aflevering drie was echter niet aanlokkelijk genoeg om ons in de cinemazaal te krijgen, temeer omdat wij voelden dat bij 20th Century Fox, het productiehuis achter Ice Age, de drang naar uitmelken om de hoek loerde. Een misdaad waaraan ook Dreamworks zich al schuldig had gemaakt, door de succesvolle Shrek-franchise leeg te zuigen in de hoop met oppergod Pixar te kunnen concurreren.

Dat slechts weinigen uit de schaduw van Pixar kunnen treden, wordt op pijnlijke wijze aangetoond door deze film over een blauwe ara die bij zijn geboorte uit de wildernis wordt geplukt en vervolgens terechtkomt in het koude Minnesota, waar hij bij zijn ietwat seutige baasje Linda een luxeleventje leidt. Zo’n luxeleventje dat hij zelfs niet eens kan vliegen. Wanneer een Braziliaanse ornitholoog Blu (dat is de in originaliteit gedrenkte naam die de makers aan hun protagonist hebben gegeven) bombardeert tot het laatst overgebleven mannelijke exemplaar van zijn soort, reizen Linda en Blu naar Rio de Janeiro om de ara er ginds met zijn vrouwelijke soortgenoot Jewel te laten paren en zo de soort in stand te houden. De twee zijn echter niet zo tuk op elkaar, maar zijn op elkaar aangewezen wanneer ze, na ontvoerd te zijn door smokkelaars, in de jungle belanden.

Één van de belangrijkste elementen in zowat elke geslaagde animatiefilm zijn, ter ondersteuning van het hoofdpersonage, grappige en interessante sidekicks – slechterik al dan niet inbegrepen. Denkt u maar aan de seven dwarves, aan de hilarische Dory in Finding Nemo en niet in het minst aan alle randpersonages van dé Disney Classic The Lion King: Timon en Pumbaa als komisch duo, Zazu als de irritante, maar goede assistent, Rafiki als de wijze sjamaan en niet in het minst aan Scar als de slechtste handgetekende slechterik die ooit op het scherm is verschenen. Dat de geweldige stemprestatie van Jeremy Irons daar voor een groot deel tussen zat, hebben de makers van Rio ook begrepen: zij voeren als tegenhanger een sadistische kaketoe op, op indrukkende wijze van een stem voorzien door Jemaine ‘Flight of the Conchords’ Clement.

Verder passeren er ook een uiterst sympathieke toekan (George Lopez) en een aardig straatjongetje (Jake T. Austin), maar alle andere bijrollen lijken er enkel en alleen te zijn om de ouder-dan-zevenjarige kijkers op de zenuwen te werken. De horde aapjes met kleptomanie deden ons veel te hard denken aan de ‘I like to move it, move it’-zingende randfiguren uit het vreselijke Madagascar (2) en aan de eerder vernoemde miniluiaards uit de tweede Ice Age-film, en vormen, met andere woorden, een bron van ergernis voor elkeen die wel weet wat een goede animatiefilm is. Voorts worden wij in het echte leven al niet goed van de alomtegenwoordigheid van het fenomeen dat The Black Eyed Peas heet, en vinden wij dan ook niet dat Will.i.am ook op het witte doek een podium hoeft te krijgen om daar de hippe r&b-ster te gaan uithangen. En neen, een kwijlende buldog in een gouden bikini is niet grappig – en hetzelfde geldt voor een domme slechterik met obesitas. Om onze ergernis maar even in woorden te gieten.

Voorts moeten we ook even melden dat het verhaal na een halfuur stilvalt en vanaf dan te lijden heeft aan de ziekte van de voorspelbaarheid. De voorstelling van het personage Blu en zijn relatie met Linda (Leslie Mann) is bijzonder entertainend – met dank aan een ratelende Jesse ‘The Social Network’ Eisenberg – maar zodra hij en zijn toekomstige liefje (Anne Hathaway overtuigt minder dan Eisenberg) van de smokkelaars naar de jungle ontsnappen, heb je het wel een beetje gezien. Bij de achtervolging die met die ontsnapping gepaard gaat, waren wij meer geïnteresseerd in de voetbalwedstrijd waarnaar heel voetbalminnend Rio (heel Rio dus) op dat moment zit te kijken, dan in het lot van onze gevederde vrienden. En ja, veel – om niet te zeggen alle – animatiefilms zijn ietwat voorspelbaar, maar dat is voor ons geen reden om het verhaal op automatische piloot erdoor te jagen. Nooit hadden wij het gevoel per se te willen weten wat er gebeurde, en wanneer de aftiteling op het scherm verscheen, waren wij meer opgelucht door het besef dat de film gedaan is, dan door het feit dat alles goed en wel eindigt (hopelijk interpreteert u dit laatste niet als een spoiler).

Uw koters, mochten ze nog niet de leeftijd hebben bereikt waarop ze een kritisch verstand hebben ontwikkeld (niet beledigend bedoeld), kunnen zich misschien wel amuseren met dit filmpje, maar eigenlijk keken wij na minuut 30 enkel en alleen nog om de manier waarop Clement en Eisenberg hun personages met hun stem vormgeven, en ook nog een beetje voor de mooie panoramashots van Rio de Janeiro en van de gigantische Jezus Christus die de stad overschouwt. En dat is voor ons niet voldoende om van een goede film te spreken.

Ons oordeel: ★★

Rio / VS 2011 / Regie: Carlos Saldanha / Scenario: Carlos Saldanha, Earl Richey Jones & Todd Jones / Met de stemmen van: Jesse Eisenberg, Anne Hathaway, Leslie Mann, Jamie Foxx, Jemaine Clement e.a. / 96 min.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

WEERGAVEN